Bevalling en kraambed
Bevalling en kraambed
Gezonde vrouwen zijn redelijk beschermd tegen ernstige bloedingen bij de bevalling door de fysiologische stijging van vooral stollingsfactor FVIII en von Willebrand factor. Deze stijging vindt normaal geleidelijk plaats gedurende de zwangerschap, maar is duidelijk minder bij hemofilie draagsters en vrouwen met de ziekte van von Willebrand. Het risico op ernstige fluxus post partum is dan ook twee tot drie keer verhoogd. Tijdens de bevalling is het daarom belangrijk om de waarden van de stollingsfactoren te verhogen naar normale, meer fysiologische waardes.
Het beleid voor stollingscorrectie is vooraf vastgesteld in een multidisciplinair partusplan, opgesteld in samenspraak met het hemofiliebehandelcentrum. Meestal wordt preventief gebruik van tranexaminezuur na het afklemmen van de navelstreng geadviseerd, naast een intensief obstetrisch beleid bij een dreigende fluxus post partum. Als stollingsfactorsuppletie nodig is, dient de bevalling in principe in een hemofiliebehandelcentrum plaats te vinden.